Wat is de polyvagaaltheorie?

Door de polyvagaaltheorie kunnen we verklaren hoe en waarom lichaamsbewustzijn werkt. Mindfulness, ademhalingstherapie, hartcoherentietraining krijgen hierdoor een neurowetenschappelijke onderbouwing.  Kennis over de polyvagaaltheorie geeft praktische handvaten in de begeleiding. We leren ons eigen zenuwstelsel en dat van anderen fijnmazig en precies te lezen en kunnen vanuit deze kennis, dit precies en verfijnd toepassen in de begeleiding.

Bovendien krijgen we zicht op de tekenen van veiligheid en onveiligheid, en zijn hierdoor beter in staat om een veilige leeromgeving te creëren én, last but not least, Door kennis en oefeningen gebaseerd op deze benadering ontwikkel je een groter lichaamsbewustzijn en maak je je manieren eigen om je emoties te reguleren en zo zorg je ervoor dat je lekker in je vel zit.

Waar gaat de polyvagaaltheorie eigenlijk over?

De polyvagaaltheorie beschrijft de werking van ons autonome zenuwstelsel, waarbij we onze omgeving voortdurend scannen op veilige en onveilige tekenen. De polyvagaaltheorie is door Stephan Porges ontwikkeld. Hij noemde dit scannend vermogen van ons autonome zenuwstelsel neuroceptie.

Neuroceptie is het vermogen om gevoelig te zijn voor veiligheid en onveiligheid in onze omgeving. En aangezien we deze gevoeligheid ontwikkelen binnen een sociale gemeenschap is het dus ten diepste ook een sociaal zintuig. Het autonome zenuwstelsel zou je daarom kunnen zien als een wij-zintuig. Een wij-zintuig dat uit drie verschillende systemen bestaat die secuur met elkaar samenwerken. Deze samenwerking wordt in de polyvagaaltheorie beschreven.

Hoe gaat dat in zijn werk?

Ons autonome zenuwstelsel bestaat uit drie verschillende zenuwsystemen die zich in de loop van de evolutie hebben ontwikkeld om voor ons overleven en daarmee voor onze veiligheid te zorgen. Alle drie hebben ze de taak om gevaar te scannen en naar veiligheid te zoeken.  Deze drie systemen functioneren buiten onze wil om. Ze vertalen zich in fysiologische reacties, die volledig automatisch werken. Ze overkomen ons. We kunnen ze niet met onze wil aansturen. Je zou kunnen zeggen, dat ze onze ruimte-scanners, onze ‘automatische piloot’ zijn.

Het goede nieuws is: we kunnen deze automatische lichaamsreacties erkennen en bewust opmerken, net zoals we de automatische piloot in onze gedachtewereld op kunnen merken. En dit bewust opmerken van gevoelens van veiligheid of onveiligheid biedt dan een ruimte, waarbij we kunnen kiezen hoe we willen reageren. Hierbij zijn lichaamswerk, ademhalingsoefeningen, hartcoherentietraining, mindfulness-oefeningen belangrijke instrumenten om onszelf en onze automatische lichaamsresponsen tegemoet te komen, te kalmeren en te reguleren.

Hoe werken de drie veiligheidssystemen van ons autonome zenuwstelsel afzonderlijk en hoe werken zij samen?

De drie delen van ons ‘detectiesysteem’, onze ruimtescanner

DetectiesysteemIn het plaatje zie je de blauwe zenuwbanen. Dit is evolutionair, het jongste systeem – de ventrale vagus – het zogenaamde ‘het sociale zenuwstelsel’. Het omvat het gezicht, nek, ogen, neus, oren, kaken en hart. De vele kleine spiertjes in ons gezicht worden door dit systeem aangestuurd.

Bij veiligheid zorgt dit systeem voor een gevoel erbij te horen en verbonden te zijn. We leren hier voor veiligheid te zorgen middels empathische afstemming op de ander of de groep: een glimlach, een vriendelijke blik, een aangename stem communiceert veiligheid. We voelen ons gezien en geven zelf zo ook signalen af dat we de ander zien. Als de ventrale vagus op veilig staat dan is de rest van ons autonome zenuwstelsel ook in de veilige modus. Als de communicatie met onze sociale omgeving goed gaat hoeven we niet te vechten, te vluchten of ons stil te houden.

Ook bij onveiligheid reageert de ventrale vagus. Een frons, naar beneden getrokken mondhoeken, een harde stem, ogen, die zich afwenden, dat communiceert onveiligheid. We voelen ons dan niet gezien, afgekeurd of buitengesloten. Als het tenslotte helemaal niet meer lukt de ander met woorden en gebaren te bereiken, dan vallen we terug op een nog ouder overlevingssysteem: de sympathicus. We gaan vluchten of vechten.

  • Het bruin-gele systeem is de sympathicus. Bij veiligheid draagt dit zenuwsysteem bij aan voldoening: we kunnen grijpen en pakken wat we nodig hebben: eten en drinken, kleren, beschutting. Maar ook immateriële behoeften zoals bevredigende lesstof, een goed gesprek met een collega of vriend of een uitdaging die tot een mooi resultaat leidt.
  • Bij onveiligheid zorgt dit systeem voor actief afweren, vechten of vluchten. We maken hiervan gebruik als onze sociale afstemmingssysteem – de ventrale vagus – niet langer meer werkt. We raken geïrriteerd of gefrustreerd, de stem wordt harder, we worden defensief, voelen ons aangevallen of bekritiseren anderen. We onderbreken in feite het contact en er rest ons nog vechten of vluchten.
  • Het rode systeem is de dorsale vagus. Bij veiligheid zorgt dit systeem voor ontspanning, uitrusten, genieten en herstellen.
    Bij onveiligheid zorgt dit systeem ervoor dat we ‘onzichtbaar’ worden door terug te trekken of in het ergste geval te ‘bevriezen’ of te verstarren en uiteindelijk te verslappen of flauw te vallen. In het dagelijkse leven kan zich dit b.v. uiten door gevoelens van futloosheid of machteloosheid. We voelen ons leeg, zijn volgzaam en gedwee, niet in staat te reageren. Dit is het evolutionair oudste systeem voor overleven. We gebruiken het als vechten en vluchten niet meer helpt.

 

Dagelijkse kost

Dagelijkse kostIn ons dagelijks leven varieert onze stemming, of we ons op ons gemak voelen of we actief of afwachtend zijn. Het plaatje zou zo’n dag kunnen illustreren.

Zodra er een ander mens in onze ruimte verschijnt registreert ons autonome zenuwstelsel feilloos de aanwezigheid van de ander. We tasten af of de ander veilig is of onveilig (via de dorsale vagus). We onderzoeken of het contact ons tevreden maakt of onbevredigend is (via de sympathicus). En ten slotte onderzoeken we of we sociaal gewild, gewaardeerd en gezien worden of dat het tegendeel het geval is (via de ventrale vagus)

Zijn deze drie systemen in balans en staan ze ‘op veilig’ dan ervaren we gemak, plezier en vertrouwen in het leven en in het samenzijn met anderen. Het is als het ware het fundament dat nodig is willen we in ons leven, onze relaties en in onze gemeenschappen floreren.

Het creëren van veiligheid voor het autonome zenuwstelsel

Het mooie is dat we deze drie zenuwsystemen actief op veilig kunnen zetten door onze aandacht te richten op de ervaring van fysiek welzijn, voldoening en verbinding. We beïnvloeden zodoende de dorsale vagus, de sympathicus en de ventrale vagus richting veiligheid. Het ontwikkelen van lichaamsbewustzijn met o.a.  lichaamswerk, ademhaling- en hartcoherentietraining. Bij het verkennen en onderzoeken van onze fysiologische en mentale reacties gaan we altijd uit van een open, oordeelvrije en nieuwgierige basishouding. Hoe vreemd of hinderlijk onze fysiologische en mentale reacties ook zijn, deze reacties zijn ooit en altijd ontstaan vanuit het streven naar overleving.

Meer weten?

https://youtu.be/fkbMon-EQ3I